Mille Vermeulen heeft een reumatische auto-immuunziekte en schreef dit gedicht over de eenzaamheid die bij het chronisch ziek zijn regelmatig om de hoek komt kijken.
//
B e z i e k
Onderwarmd door witte lakens,
net zoals elfenjurkjes, droom ik van thuis.
Denkend aan hoe het voelde om eigenlijk niets te voelen.
Ovalen kartonnen doosjes
beschermen het laken tegen wat ooit eten was.
Eenzaamheid infuseert mijn aderen.
Het lijkt wel alsof ze mijn ware ik
samen met mijn bloed hebben getrokken.
Alsof ze mijn ooit altijd vrolijke ziel
hebben gescand, gediagnosticeerd en geamputeerd.
Al sondend wordt mijn angst op eeuwige pijn gevoed.
Tijd tikt lager, mijn hart tikt hoger.
Dag en nacht wisselen van shift.
Alles is hier ontsmet, ik ben besmet,
toch niet besmettelijk?
Alhoewel, aan de stoel langs mijn rollend bed
blijft het koortsachtig leeg.
Als virussen na een vaccin blijven ze weg.
Klokslag bezoekuur worden ze onzichtbaar.
De kracht die ik putte uit
“Ik zal er altijd voor je zijn …”
wordt terminaal en
sterft stil.